Waarom werkdruk subjectief is
Wanneer ik gesprekken voer met coachees, werkgevers, vrienden, dan hoor ik erover. Wanneer ik mijn ogen open doe en ik kijk om mij heen, dan zie ik het gebeuren. Burnout, stress, somberheid, vaak al op jonge leeftijd. Vanuit mijn eigen ervaring als iemand die de lat altijd hoog heeft gelegd voor mezelf weet ik wat het effect kan zijn. Ik heb gelukkig zelf geen burnout gehad, maar wel slapeloze nachten. Ik heb op tijd gekozen om een ander pad in te slaan. De verbetering in mijn leven die ik toen ervaarde, heeft me nog meer gemotiveerd om mij in te zetten voor dit doel. Ik help millennials om hun eigen authentieke pad te vinden en te durven kiezen. Deze bewuste keuzes dragen bij aan de preventie van burnouts in deze wereld. Werkdruk draagt niet bij aan de preventie, maar aan de burnout zelf. Werkdruk is (deels) subjectief, want iedereen ervaart dit anders. Hoe dat komt en wat ik daarmee bedoel, vertel ik je in deze blog.
Wat is werkdruk?
Volgens de FNV spreken we van werkdruk als de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer is verstoord. Dat kan zijn wanneer bijvoorbeeld de taakeisen of de moeilijkheidsgraad van het werk hoger is dan wat de werknemer aan kan. Een te hoge werkdruk kan leiden tot klachten als stress en slapeloze nachten. Wanneer deze klachten te lang aanhouden, kan het leiden tot ziekte en uitval door bijvoorbeeld een burn-out. Iemand die veel werkstress ervaart, kan ook last hebben van mindere concentratie of moeite hebben om zich te motiveren om aan de slag te gaan.
Op dit moment heeft zo'n 1 op de 3 werknemers last van werkdruk.

Iedereen ervaart werkdruk anders
Er worden te hoge verwachtingen gesteld. Dat klopt. Maar dat hoeft niet altijd door de werkgever of baas te worden gedaan. Een groot deel van werkdruk is namelijk de verwachtingen die iemand stelt aan zichzelf. Dezelfde externe trigger, in dit geval de hoeveelheid werk, kan door twee verschillende mensen totaal verschillend worden ervaren. De ene persoon kan het met gemak verdragen, de andere persoon ervaart er enorm veel werkdruk van. Dat maakt werkdruk dus (deels) subjectief. Ik zeg deels, omdat ik zeker niet ontken dat er een werkdruk ontstaat door de eisen die een werkgever stelt. Lees hieronder waarom ik het subjectief noem.
Externe situatie lokt reactie uit
Ons brein werkt zo: wanneer we een externe trigger ervaren, dan verwerken we dat. Hongaarse hoogleraar psychologie Csikszentmihalyi wijst uit dat we per seconde 1,5 MILJOEN zintuiglijke prikkels (stukjes informatie) verwerken. Op basis van verschillende interne filters bepaalt ons brein welke informatie we bewust opmerken en welke niet. Daarnaast bepaalt ons brein op basis van die filters hoe we op die externe trigger reageren: met welk gedrag. Dit gedrag gaat in combinatie met bepaalde gedachten en een bepaald gevoel dat we erbij hebben, die ons tot deze reactie zetten. Die reactie of dat gedrag zorgt vervolgens voor een bepaald resultaat. Of dan een gewenst of ongewenst resultaat is, bepaal jij. Maar weet dat er dus in jou iets moet veranderen om het resultaat te behalen wat je wél wilt.
Interne filters werken zo
Van de 1,5 miljoen zintuiglijke prikkels die wij per seconde binnen krijgen is het maar mogelijk om 5-9 van die prikkels BEWUST waar te nemen. Dat betekent dat onze interne filters heel veel wegfilteren. We worden ons maar bewust van een klein deel van alles wat wij waarnemen. Wat we bewust waarnemen, verschilt per persoon. De ene persoon kan dus anders reageren op dezelfde hoeveelheid werktaken dan de ander. Dat is afhankelijk van hun interne filters.
Wat zijn interne filters en hoe werken ze? Onze interne filters zorgen ervoor dat we selectief waarnemen, zodat we niet volledig overprikkeld raken. Het is een selectieproces. De informatie die binnenkomt, gaat via zenuwbanen naar onze hersenen. Daar wordt die informatie geordend, gecodeerd en krijgt het betekenis. Ons brein zorgt ervoor dat we (onbewust) bepaalde prikkels generaliseren, vervormen en weglaten. Aan welke informatie we wel bewust betekenis geven, hangt af van onze interne filters. Die verschillen per persoon. Voorbeelden van interne filters zijn je herinneringen en je waarden en overtuigingen. De ene persoon kan een blauwe auto zien en dit niet bewust registreren, omdat er geen filters zijn die hierop aanslaan. Een ander persoon kan diezelfde auto zien en onbewust herinnerd worden aan een auto ongeluk wat hij heeft meegemaakt met een blauwe auto, waardoor zijn reactie paniek kan zijn. Het is dezelfde blauwe auto, maar door verschillende interne filters is de reactie van deze twee mensen compleet verschillend. Interne filters zijn te vergelijken met een referentiekader.
Gedachten hebben invloed op gevoel en gedrag
Door de informatie die binnenkomt, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid werk dat je moet doen, worden onze interne filters actief. Afhankelijk daarvan volgen er bepaalde gedachten, gevoel en gedrag. Deze drie hebben invloed op elkaar. Wanneer persoon A de blauwe auto ziet, denkt hij of zij er niet specifiek iets van. Het gevoel blijft neutraal en er volgt geen reactie. Integendeel, wanneer persoon B dezelfde blauwe auto ziet, denkt hij of zij terug aan het ongeluk. Dat kan onbewust zijn, de persoon hoeft die gedachte niet bewust op te merken. Door deze herinnering volgt een gevoel als verdriet, angst. De reactie daarop is paniek. Wanneer de interne filters worden aangepast, veranderen de gedachten, dus ook het gevoel en het gedrag of de reactie.
Dit geldt voor eigenlijk al het gedrag, gevoel en gedachten. Het geldt dus ook voor werkdruk. Persoon A kan dezelfde taken toegewezen krijgen als persoon B, maar dit compleet anders ervaren door de interne filters. Wanneer die worden aangepast, veranderen de gedachten en het gevoel wat iemand erbij heeft, ook. Waar iemand voorheen direct in de stress schoot wanneer er een vraag voor een nieuw project binnen kwam, kan dat daarna helemaal anders zijn. De gedachte voorheen kan zijn "O nee, weer een nieuwe taak, ik heb het al zo druk. Is het niet goed genoeg wat ik doe?" waardoor vervolgens een gevoel van stress wordt ervaren. Een reactie of gedrag kan daarop zijn dat iemand hoofdpijn ervaart of geïrriteerd reageert. Wanneer we de interne filters aanpassen, kan een nieuwe gedachte op dezelfde vraag zijn: "Ik zie een vraag. Ik heb geen ruimte meer in mijn agenda de komende weken". Een gevoel van verantwoordelijkheid en controle kan zorgen voor de volgende reactie: de persoon communiceert wanneer hij of zij wel tijd heeft om dit project op te pakken. Daarmee geeft hij zijn grenzen aan.

Hoe verander ik mijn interne filters?
Jouw interne filters bepalen hoe jij je voelt en hoe je reageert op iets. Ze zijn je referentiekader.
Het is heel goed om hier zelf alvast bewust mee aan de slag te gaan. Vraag jezelf af: Wat gebeurt er in mij wanneer er X gebeurt? Wanneer een collega of manager aan je vraagt om een nieuwe taak op te pakken, wat denk je dan en wat voel je daarbij?
Om je interne filters aan te passen is het goed om met een coach te werken. Ik gebruik namelijk bepaalde technieken die je daarbij helpen. Deze technieken kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat negatief gevoel bij een bepaalde herinnering wordt geneutraliseerd, zodat je in de toekomst niet meer zo getriggerd wordt door dezelfde externe prikkel.
Samenwerken kan op verschillende manieren. Ik geef workshops voor groepen en teams, ik begeleid groepsprogramma's met individuele inschrijving en ik doe individuele trajecten.
Geef een reactie